aardappel

Aardappel

Praktijkverhaal: aardappelteelt in emmer

Wat moet je met mooie aardappelverhalen als je geen aardappels mag poten op de Poelbroek-volkstuin? Je kunt je dan prima toeleggen op die ene en lekkere en gezonde aardappel. Een emmer is genoeg. Vul deze met een mix van potgrond en tuinaarde. Als de aarde nog koud aanvoelt kun je de zak met potgrond in een warme ruimte laten acclimatiseren. Vul de emmer voor 1/3 deel met deze mix. Stop een drietal poters er zo diep in als ze zelf lang zijn, geef wat water en wacht af wat er gebeurt.

Steken de aardappelen hun kop “boven het maaiveld” uit, gooi er dan wat zand op en herhaal dat net zo lang tot de emmer tot 10 centimeter onder de rand is gevuld (aanaarden).

Aardappelen groeien namelijk aan de stengel van de plant en niet aan de aan de wortels, dus als je de pootaardappel dwingt om meer stengel te maken kun je ook meer aardappelen verwachten. Omdat aardappelen tijdens de groei geen zonlicht kunnen verdragen blijven ze in een goed gevulde emmer vanzelf ondergronds.

Indien de aardappelplant boven de emmer uit groeit en er wordt nachtvorst verwacht, zet de emmer binnen, want je hebt immers een “mobiele tuin”.

Tegen de tijd dat je vermoedt dat je kunt gaan oogsten, ga je met je handen in de aarde woelen en haal je naar boven wat oogstbaar is, de rest laat je doorgroeien.

Tip: kies als pootaardappel eens niet voor Bintje, Lekkerlanders, Doré’s of Bevelanders, maar voor een biologisch geteeld kleurrijk ras als b.v. Roseval, Truffelaardappel, Rote Emma of Blauwe Congo. Deze aardappelen bevatten veel meer voedingsstoffen dan de eerder genoemde bekende aardappelen uit de Supermarkt dan wat Aviko en Belgapom in de aanbieding hebben en eet ze met schil.